Wat is een nader ecologisch onderzoek?
Een nader ecologisch onderzoek is een verdiepend onderzoek dat wordt uitgevoerd na een quickscan, wanneer er aanwijzingen zijn dat er mogelijk beschermde of bedreigde planten- en diersoorten aanwezig zijn op een specifieke locatie. Dit onderzoek is seizoensgebonden en verschilt per soort die mogelijk voorkomt. Het doel is om gedetailleerd inzicht te krijgen in de aanwezigheid van deze soorten, hun populatiegrootte, de functie van het plangebied voor deze soorten en de mogelijke impact van de voorgenomen werkzaamheden op hun leefgebied.
GroeneLens hanteert de standaarden van BIJ12 voor ecologisch onderzoek. Indien deze niet beschikbaar zijn, volgen we de onderzoeksprotocollen van het Netwerk Groene Bureaus of goedgekeurde handleidingen van landelijke natuurwerkgroepen.
Toont het onderzoek aan dat er geen negatieve effecten op beschermde soorten worden verwacht, dan kunnen de werkzaamheden doorgaan zoals gepland. Worden er wél negatieve effecten voorzien, dan moeten mitigerende en compenserende maatregelen worden getroffen. In dat geval is een omgevingsvergunning vereist, inclusief een activiteitenplan.
Waarom is een nader ecologisch onderzoek nodig?
Een nader ecologisch onderzoek levert een belangrijke bijdrage aan het behoud van biodiversiteit, doordat kwetsbare soorten en hun leefomgeving tijdig in beeld worden gebracht en beschermd. Daarnaast is het een cruciale stap om te voldoen aan de verplichtingen van de Omgevingswet en om de voortgang van het project te waarborgen. Omdat dit type onderzoek vaak soort- en seizoensgebonden is, is het van groot belang om het tijdig in te plannen en zo vertraging in de uitvoering te voorkomen.
Voorbeelden van soortgericht ecologisch veldonderzoek
- Nader onderzoek naar de verblijfplaatsen en vliegroutes van vleermuizen (verschillende soorten).
- Nader onderzoek naar de huismussen en gierzwaluwen.
- Nader onderzoek naar de uilen, zoals de kerkuil, steenuil en ransuil.
- Nader onderzoek naar de roofvogels, zoals de buizerd, sperwer, boomvalk, havik en torenvalk.
- Nader onderzoek met behulp van cameravallen en struikrovers, evenals sporenonderzoek naar de das, wezel, hermelijn, bunzing, boommarters en steenmarters.
- Nader onderzoek naar de amfibieën, zoals het rugstreeppad, de heikikker, de boomkikker, de kamsalamander en de Alpenwatersalamander.
- Nader onderzoek naar de reptielen, zoals de ringslang en zandhagedis.
- Nader onderzoek naar zeldzame vlinders, kevers en libellen, zoals de vermiljoenkever, de grote vos, de grote weerschijnvlinder en de rivierrombout.
- Nader onderzoek naar de beschermde plantensoorten, zoals onder andere smalle raai, glad biggenkruid en kartuizeranjer.