Wat is advies over faunapassages?
Nederland heeft een dicht netwerk van wegen, sporen en waterwegen. Voor ons mensen zijn deze infrastructuren praktisch, maar voor veel dieren vormen ze onoverkomelijke barrières.
Gelukkig groeit het besef dat natuur met elkaar verbonden moet blijven. In de afgelopen jaren zijn op verschillende locaties faunatunnels, ecoducten en slimme oversteekplaatsen aangelegd. Deze initiatieven zijn waardevol, maar recente onderzoeken tonen aan dat veel van deze passages hun doel nog niet volledig bereiken. Ze zijn vaak slecht onderhouden, verkeerd gepositioneerd of niet geschikt voor de soorten waarvoor ze bedoeld zijn.
De focus verschuift daarom steeds vaker naar optimalisatie: hoe kunnen we bestaande faunapassages écht effectief maken? Vaak zijn grote investeringen niet nodig. Met gerichte, kleine ingrepen – zoals het verbeteren van de geleiding, het toevoegen van beschutting of het verwijderen van obstakels – kan de functionaliteit aanzienlijk worden verbeterd.
Een goed advies over faunapassages begint met een grondig begrip van het landschap en de diersoorten die er leven. Bij GroeneLens baseer ik mijn advies op beschikbare soortgegevens en veldbezoeken. De aanwezige voorzieningen – zoals faunapassages, geleidingselementen en terugkeervoorzieningen – toets ik aan de Leidraad Faunavoorzieningen bij Infrastructuur (2021). Op basis van deze beoordeling adviseer ik over mogelijke verbeteringen om de effectiviteit van de voorzieningen te herstellen of te vergroten.
Waarom is advies over faunapassages nodig?
De aanleg van faunatunnels of ecoducten is kostbaar en wordt vaak alleen overwogen bij de aanleg van nieuwe of het herinrichten van bestaande infrastructuur. Aangezien deze oplossingen moeilijk te realiseren zijn en financieel belastend kunnen zijn, richten opdrachtgevers zich steeds vaker op het verbeteren van de passeerbaarheid van bestaande faunapassages. Dit is niet alleen kosteneffectiever, maar ook duurzamer.
GroeneLens helpt bij het optimaliseren van bestaande faunapassages en brengt daarnaast kansrijke locaties voor nieuwe oversteekplaatsen in kaart. Zo kunnen deze plekken, zodra zich een meekoppelkans voordoet, direct worden opgenomen in toekomstige plannen en efficiënt worden gerealiseerd.
Voorbeeld project
Verbetering van de passeerbaarheid bij meer dan 20 faunapassages en bijbehorende geleidingselementen (zoals tunnels en ecoducten) voor de Provincie Noord-Holland.